Actief vliegen

Vlieg je in thermische condities of door een turbulente zone, dan hoor je het stemmetje van je vroegere instructeur: “Actief vliegen en een beetje remdruk houden!”

Wat betekent actief vliegen precies? Wat kan je doen om beter actief te leren vliegen? Het simpele antwoord is natuurlijk: veel vliegen, uren maken onder je scherm en veel groundhandelen want dan ‘krijg je er vanzelf gevoel voor’. Maar er zijn ook concrete oefeningen die je helpen om te begrijpen wat het scherm doet en hoe je daarop moet reageren. 

Wat is actief vliegen?

Actief vliegen betekent dat je tijdens het vliegen bewust correcties maakt die ervoor zorgen dat je scherm stabiel boven je hoofd blijft. We duiken in de aerodynamica om te begrijpen waarom je, als je niet actief vliegt, meer kans hebt op inklappers en andere ongewenste manoeuvres. 

Op de pagina van flugschule Oberbayern vind je een heel duidelijke, stapsgewijze uitleg over de aerodynamica van actief vliegen (in Engels & Duits): https://www.flugschule-oberbayern.de/en/browse/active-flying/ 

Kortom: Als de hoek tussen de koorde van je scherm en de luchtinstroom te groot is, heb je kans dat de vleugel stallt. En als de hoek tussen je scherm (koorde) en de luchtinstroom te klein is, heb je kans op een symmetrisch inklapper (frontal) of asymmetrische inklapper. Je wilt dus actief vliegen om binnen de marges van stall en inklapper te blijven.

Voorbeelden

Als je een thermiekbel invliegt verandert de luchtinstroom: die komt opeens meer van onderaf dan van voor. Het scherm vertraagt en jij swingt naar voren. Je moet dan rem vrijgeven (handen omhoog) om dezelfde invalshoek te behouden.

De hoek wijzigt ook als je een thermiekbel uitvliegt: het scherm zal naar voren schieten en jij moet op dat moment aanremmen om het scherm recht boven je hoofd te houden. 

Een verandering van de luchtinstroom is niet altijd symmetrisch, dus in de praktijk corrigeer je continu aan beiden kanten van je scherm de juiste remdruk én gewichtsverplaatsing om het scherm stabiel boven je hoofd te houden. Er zijn hierbij wel twee aandachtspunten: 

  1. Niet overreageren! Voor bijna alle schermen geldt: beter een beetje te weinig reminput dan teveel of verkeerd corrigeren. 
  2. Als je op het verkeerde moment reageert met de verkeerde actie, maak je de rol-, knik- of draaibewegingen erger. Weet je niet zeker wat je moet doen op welk moment, oefen dit dan onder begeleiding van een instructeur! 

In dit filmpje legt Greg van Flybubble de theorie uit van de luchtstroom en de reactie van de glider daarop:

Praktische oefeningen

Om het actief vliegen onder de knie te krijgen, kan je oefeningen doen die je leren hoe het scherm knikt, rolt en draait (in het engels: pitch, roll & yaw). De volgende oefeningen helpen je om het actief vliegen onder de knie te krijgen: 

Tangages ofwel dolfijnen

Met tangages simuleer je de beweging van de thermiek in- en uitvliegen. Het belangrijkste aan deze oefeningen is het stoppen van de beweging. Hier geeft K2 een uitleg (Franstalig) over de tangage:

Tip: wil je dit zelfstandig oefenen, dan maak je best kleinere rembewegingen dan in het filmpje en blijf ruim binnen je eigen marges. 

Rollen ofwel roulis

De oefening om rollen te simuleren en te stoppen is niet alleen nuttig in thermische lucht maar ook aan het duin. Je simuleert het rollen door om de beurt je gewicht naar links of naar rechts te verplaatsen. Om de beweging te stoppen, leun je in de tegenovergestelde richting. Flybubble legt dit uit in het filmpje vanaf minuut 2:02

Wingovers

Wingovers zijn de ideale manoeuvre om de roll, pitch en yaw bewegingen van een paraglider te snappen. Je kunt ze eindeloos blijven oefenen op ieder niveau. Alle variabelen moeten perfect op elkaar aansluiten. Gewicht verplaatsen, remmen, de juiste timing, de energie beheersen, inklappers voorkomen,.. Jocky legt het uit in dit filmpje uit de film security in flight II:

Zit stevig

Een algemene tip is om ervoor te zorgen dat je stevig in je harnas zit. Als je zitje te groot is, schuif je heen en weer in je harnas en dat creëert ongewenste gewichtsverplaatsing. Je klemt je benen tegen je zitje en je spant de spieren in je lichaam aan: alles behalve je armen en je nek, zodat je ontspannen kunt sturen. Als je onderbenen, bovenbenen, buik, en rug stevig zijn, zorgt dat voor kalmte in het scherm.  

Verder lezen

Ben je nog niet uitgelezen en gekeken, dan vind je hier nog meer artikelen over actief vliegen:

Active flying – Karl Slezak DHV

Paragliding skills: active flying – Borkharylegs

The 3 Ps of active flying – Passion Paragliding

Active flying: a vital paragliding skill – Flybubble

Active flying: Skynomad

Welke technieken gebruik jij om actief te vliegen?

Wil je op de hoogte blijven van nieuwe artikelen op paraglidingskills.org? Laat hier je mailadres achter.

Plaats een reactie